Che – Kaki kleding, petten en baarden

Che

‘Everyone knows the icon. Few know the man’, zegt de poster van Benicio del Toro’s kroon op zijn acteerwerk over Ernesto ‘Che’ Guevara. Na 4,5 uur film ben ik echter niet veel wijzer geworden. Che is geen traditionele biopic, zoals de officieuze prequel The Motorcycle Diaries. Het tweeluik volgt Che’s opkomst en ondergang, maar doet dat opmerkelijk oppervlakkig. Er vindt nauwelijks dramatisering plaats. Je ziet amper close-ups. De vuurgevechten zijn vlak. En vooral deel twee is wat monotoon en langdradig. De sfeer en impressies zijn belangrijker. Het moet gezegd: die brengen de films knap in beeld. In het tweede deel zit Del Toro zo vaak in de jungle dat ik er dorst van kreeg. Ik vermoed dat de invloed van de films op de mode groter zal zijn dan op het toerisme.

Angels and Demons – Het boek was dikker

Angels and Demons

Ik heb me 2,5 uur prima vermaakt, maar Angels and Demons lijdt onder hetzelfde euvel als De Da Vinci Code verfilming: het enorme plot uitleggen. Waar Dan Brown ruim 450 pagina’s voor gebruikt, is in de film Tom Hanks als Robert Langdon genoodzaakt een soort executive summary te geven. Vrijwel elke dialoog is gebruikt om Browns mix van feiten en fictie bondig mee te geven. Er is zelfs een scene waarin de kijker het verhaal van het Patheon meekrijgt van een toergids die zogenaamd toevallig terplekke haar praatje doet, terwijl Hanks en de verrukkelijke Ayalet Zurer in de oude kerk op zoek zijn naar een kapel voor een aanwijzing. De scene waarin de antimaterie ontploft maakt echter een hoop goed.

Opvallend is ook de rol van CERN, het Europese laboratorium voor deeltjesfysica. Brown heeft ‘s werelds grootste deeltjesversneller aardig in het plot verwerkt, maar het instituut vond het wel nodig een paar FAQs online te zetten. Goeie actie van CERN. Van Brown verschijnt in september, zes jaar na De Da Vinci Code, een nieuwe thriller getiteld The Lost Symbol.